Door afgravingen in het veengebied Neerwolde, ten zuiden van de stad Groningen, ontstaat in de zestiende en zeventiende eeuw een meer dat de naam Paterswoldsemeer krijgt – genoemd naar het nabij gelegen dorp. Aan het begin van de twintigste eeuw ontdekken welgestelde stadjes de plek en verrijzen panden als de Paalkoepel en De Twee Provinciën aan de oevers van het meer.

Ten noorden van het oorspronkelijke meer wordt de vruchtbare veengrond in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog gebruikt door volkstuiniers uit de stad. Langzaamaan worden er ook huisjes bij gebouwd, waarin de stadjes de weekenden doorbrengen. In de oorlogsjaren vinden veel onderduikers een primitief maar veilig heenkomen in dit gebied, waardoor zij aan vervolging door de Duitsers weten te ontkomen.

In de jaren zeventig wordt het hele gebied flink onder handen genomen. Zo ontstaat de Hoornsemeer met ‘spartelplas’ en worden de onontgonnen veeneilandjes voorzien van een beschoeiing. Rondom het hele Paterswoldsemeer wordt riolering aangelegd. Mede dankzij deze ontwikkelingen is het recreatieve gebruik van het de laatste decennia flink toegenomen. Zomers wordt het Paterswoldsemeer bevolkt door zwemmers en watersporters. Tijdens strenge winters zijn het meer en de ‘koek en zopie-stand’ aan de Meerweg populair bij schaatsers.

Kirsten Otten

Deze foto van Frank Straatemeier is nu ook als kaart verkrijgbaar. Uitgeverij Op de kaert heeft namelijk vier mooie winterse foto’s uit onze collectie gereproduceerd als ansichtkaart. Ze zijn te koop bij diverse boekhandels in de stad.

Meer mooie foto’s van het Paterwoldsemeer zijn te vinden op www.beeldbankgroningen.nl